Hierbij informatie om uw vloerverwarming in gebruik te nemen.
Standaard zijn de Heatnet vloerverwarmingsverdelers hydraulisch neutraal geassembleerd. In deze opbouw
functioneert de verdeler het beste wanneer deze in de buurt van uw verwarmingsketel geplaatst wordt (niet
verder dan ca. 15meter leiding) Indien de unit verder weg gemonteerd wordt adviseren wij, om de unit
hydraulisch actief te maken. Dit gebeurt door verplaatsing van het retourventiel naar de verdeelkoker welke
zich aan de perszijde van de circulatiepomp bevindt. Een uitzondering op deze regel is het model Turbo
Compact welke standaard hydraulisch actief wordt opgeleverd.
BELANGRIJK ! Neem uw vloerverwarming pas 6 weken na het aanbrengen van de afdeklaag op de
vloerverwarmingslangen in gebruik, niet eerder !!! Uw vloer moet eerst uitharden !!! Zie ook
de voorschriften van de leverancier van de gietmortel
en/of tegellijm!Ook bij laminaat of houten vloeren dient men een dergelijke periode in acht te nemen: te snel confronteren met warmte vanuit de vloerverwarming kan de vloer beschadigen.
Voor ingebruikname van uw verdeler dient u de volgende stappen te doorlopen:
- Draai het retourventiel (1) d.m.v. een inbus geheel open (afdekkapje losdraaien)
Normaal gesproken zal deze kwaan al open staan: bij het afvullen van de installatie is deze open gezet. Indien er nog werkzaamheden aan het systeem zijn verricht kan deze nog gesloten zijn. Als dat het geval is zal de installatie niet kunnen werken.
minstens één groepsafsluiter (2) opendraaien
vervolgens steekt u de steker van de circulatiepomp (3) in een geaarde wandcontactdoos
Past u een pompschakelaar toe, zorgdan dat de daarop ingestelde temperatuur niet hoger is dan de temperatuur die ingesteld is met de thermostaatkraan. Als de inschakeltemperatuur van de pompschakelaar te hoog staat afgesteld, zal de installatie niet aanslaan. De gemiddelde inschakeltemperatuur van de pompschakelaar ligt op 25-30 °C
draai vervolgens de thermostaatkraan (4) open (zorg wel dat de cv-ketel brandt)
stel de maximaalbeveiliging (5) in op 55°C.
LET OP: de hier ingestelde temperatuur dient altijd hoger te zijn dan de temperatuur ingesteld op de thermostaatknop in de aanvoer(4) De maximaalthermostaat voorkomt dat water van een te hoge temperauur door uw vloer circuleert: bij de hier ingestelde waarde slaat de installatie af. Eenmaal ingesteld hoeft u aan deze thermostaat niets meer te veranderen: de maximaalthermostaat dient als een extra beveiliging voor uw systeem en vloer en het is niet de bedoeling dat deze thermostaat op een andere manier wordt gebruikt.
nu gaat u met de thermostaatknop de gewenste temperatuur instellen 30 of hoger °C op de aanvoer: deze temperatuur is o.m. afhankelijk van het type vloerbedekking: steen, plavuizen, laminaat, hout of gietvloer.
tot slot draait u de eventueel nog gesloten groepsafsluiters (2) een voor een open.
Na ongeveer 20-30 minuten controleert U of de retour (2) ook warm wordt. Deze zal minder warm zijn dan de aanvoer, maar dient wel warm te worden.
Uw vloerverwarming is nu in gebruik genomen. Het kan echter 2 à 3 weken duren voordat de vloer warm begint aan te voelen. Dit als gevolg van het langzaam opvoeren van de aanvoertemperatuur en de opwarming van de steenmassa (dekvloer), die geruime tijd in beslag kan nemen.We adviseren, zeker in het begin, geen nachtverlaging toe te passen voor uw vloerverwarming. De warmte (energie) die gedurende de dag wordt opgebouwd, wordt 's nachts afgebroken. Het duurt dan 's morgens te lang voordat de vloer weer helemaal op temperatuur is.
Ontluchten
Uw verdeler is nu aangesloten, het kan zijn dat er nog lucht in de verwarmingscircuits aanwezig is, vandaar dat
u van tijd tot tijd nog even moet ontluchten.
Bedenkt u wel dat de buizen per groep zo'n 80-100 meter lang kunnen zijn en dat er altijd ergens in de buis een luchtbel kan zitten. Het ontluchten is dus niet een kwestie van even de ontluchtingsknop opendraaien en als er dan geen lucht meer uit komt dat de instalaltie dan ook werkelijk ontlucht zou zijn. Het is een langduriger proces: eenmaal uitgevoerd zal uw vloerverwarming goed functioneren. Let op dat na het ontluchten u in de regel de CV-ketel ook weer moeten bijvullen, omdat water aan het totale systeem is onttrokken.
|
 |  |
| |
Ontluchtings- sleuteltje | Ontluchtingsnippel op bovenbalk | Ontluchting + vulnippel op onderblak | Zeker als de verdeler voor het eerst in gebruik genomen wordt, dient er ontlucht te worden. U kunt dit zelf m.b.v. een klein ontluchtingsleuteltje zelf doen. Ook al komt er nog water uit de ontluchtingsnippel: het is altijd nog mogelijk dat er lucht in één van de groepen zit. Dit kan een reden zijn dat één of meerdere groepen niet voldoende warm worden. Onluchten verhelpt veelal de problemen. Ontlucht de installatie ruim voldoende: daardoor voorkomt u diverse problemen.Water in de installatie wordt gevuld via de vulnippel op de onderste balk van de verdeler. |
Temperatuur langzaam opvoeren
Neem de vloerverwarming niet direct na de installatie in gebruik! Daarvoor zijn diverse redenen, o.m. dient de tegellijm of cement waarmee de tegels worden gemonteerd op natuurlijke wijze uit te harden. Dat kan wel 5-6 weken duren. Binnen die periode in gebruik nemen wordt niet geadviseerd. Schade aan de vloer als gevolg van het te snel ingebruik nemen van de vloerverwarming valt niet onder garantie op de vloerverwarming.
Voorkom in vorstperiode dat de buizen gevuld met water niet kunnen bevriezen. Bevriezing van de buizen en vloerverwarmingsverdeler kan grote schade veroorzaken aan uw vloer en woning. De installateur is niet verantwoordelijk voor bevriezing van buizen en installatie: daar dient men zelf maatregelen tegen te nemen. Bevriezingsschade valt NIET onder garantie.
Verder is het niet aan te bevelen, de temperatuur van het water in
de vloerverwarmingsslangen direct bij de eerste ingebruikname naar een maximum op te voeren.
Afhankelijk van de doeltemperatuur adviseren wij het volgende:
- 1e week 20°C
- daarna iedere week 5°C omhoog tot ca. 40-45°C (hoger wordt niet aanbevolen: een vloertemperatuur boven de 25 °C is niet aan te bevelen)
LET OP: bij laminaat, houten- en ook gietvloeren mag de watertemperatuur niet hoger liggen dan ca 28-30 °C. Dit om schade aan uw houten- of gietvloer te voorkomen
Voor de juiste temperatuur van de vloerverwarming verwijzen wij immer naar de leverancier van de vloerbedekking (laminaat, hout of gietvloer)
- Er zijn ook diverse mogelijkheden van langzaam op starten van uw vloerverwarming. Alles heeft ten doel uw vloer niet te snel te confronteren met een te hoge temperatuur om schade aan de vloer te voorkomen.
HET VERHELPEN VAN STORINGEN
Storing | Oorzaak | Oplossing |
De vloerverwarming wordt niet warm of geeft geen warmte |
- De cv-installatie staat niet aan
- De circulatiepomp draait niet
|
- De cv-installatie aanzetten
- De stekker van de pomp insteken
- Draai het afdekplaatje (schroef in het
omdat de as van de pomp vastzit midden) van het pomphuis los. Met
behulp van een schroevendraaier kan
de as in de pijlrichting tot draaien worden
aangezet.
|
De vloerverwarming wordt te warm |
- De maximaalthermostaat staat niet goed afgesteld.
- De thermostaatkraan staat niet goed afgesteld
|
| |
De pomp maakt een ruisend geluid
| Er zitten luchtbellen in het circuit
|
Als het ruisende geluid niet na enige
dagen gebruik verdwijnt, dan de gehele
installatie ontluchten.
Als de thermostaatkraan goed werkt en de kranen van de groepen staan allemaal open en de pomp is ontlucht dan is het meest waarschijnlijke dat er luchtbellen in de vloer zitten, de enige oplossing is dan groep voor groep doorspoelen en de slangen weer aansluiten op de unit.
|
|
de vloer wordt niet warm |
De vloerverwarming slaat af voordat de vloer op temperatuur is
|
Houdt u in geval van bijverwarming rekening met het feit dat de vloerverwarming
“trager” is dan een radiator. De ruimte wordt opgewarmd door de radiatoren en eenmaal de op de kamerthermostaat ingestelde temperatuur bereikt, zal de toevoer uitgeschakeld worden (CV-ketel gaat uit of toevoer van stadsverwarming wordt gesloten) Naar mate U de radiatoren meer dicht
zet, zal de vloerverwarming beter functioneren.
U kunt dit bereiken door op de radiatoren (in dezelfde ruimte) thermostaatkranen te (laten) monteren. Deze stelt u dan bijvoorbeeld in op 18 °C , terwijl u de kamerthermostaat bijvoorbeeld instelt op 20°C (dus altijd hoger dan de thermostaatkranen op de radiatoren). De warmtetoevoer vanuit CV of stadsverwarming zal dan nog "aan" blijven en de vloer goed opwarmen.
|
Ik heb alle instructies opgevolgd en de vloerverwarming wordt nog steeds niet (goed) warm. |
Controleer of de leiding naar de verdeler toe warm is. (de rechter leiding boven op de verdeler)
| - Brand de ketel wel?
(zet bij het opstarten de kamerthermostaat zo,dat de ketel altijd blijft branden (dus bijvoorbeeld boven 30 °C), anders kunt u de werking van de vloerverwarming niet goed controleren)
- Voel of de bovenste koker van de verdeler warm is.
- Controleer of de groepsafsluiters open staan en dat de pomp draait.
- Controleer of de temperatuur niet boven de 50 graden is. De maximaal beveiliging laat dan namelijk de pomp afslaan.
- Draai de thermosstatische regelknop van het thermostaatventiel en druk met een tang het pinnetje van het thermostaatventiel in. U drukt nu handmatig het ventiel helemaal open.
- De thermostaatknop staat niet ver genoeg open, is kapot of heeft niet goed op het ventiel gezeten.
- De aanvoer en de bovenste koker worden nog steeds niet warm en de ketel brand wel.
Het kan zijn dat de verdeler van de vloerverwarming te ver van de CV-ketel (of aanvoer van de stadsverwarming) is gemonteerd.De aan- en afvoerleidignen zijn dan te lang.
In dat geval zal de verdeler mogelijk hydraulisch actief moeten worden gemaakt.
De door Heatnet geleverde verdelers zijn standaard hydraulisch neutraal. d.w.z. dat de pomp van de verdeler geen invloed uitoefent op de cv installatie.
Om de verdeler actief te maken kunt u het beste contact metons opnemen.
(in dat geval moet de verdeler actief gemaakt worden, door het voetventiel linksboven met aftapnippel rechtsonder te verwisselen.De pomp staat nu in serie met de pomp van de cv ketel en zal zelf wat harder aan het systeem gaan zuigen)
|
BIJ-verwarming
Wanneer vloerverwarming wordt toegepast als BIJverwarming adviseren wij om de thermostaatknoppen van
uw radiatoren ongeveer 3°C lager in te stellen dan de temperatuur van uw kamerthermostaat. De ruimte wordt
dan in eerste instantie opgewarmd door de radiatoren. De kamerthermostaat zorgt er daarna voor dat de
vloerverwarming nog wel warm water krijgt, zodat de vloer warmer kan worden en de laatste 3°C
temperatuurstijging verwezenlijkt wordt. Indien de radiatoren niet lager worden ingesteld, bestaat de kans dat
uw radiatoren de ruimte al verwarmd hebben zodat de cv-ketel al afslaat voordat de vloerverwarming de vloer
op temperatuur heeft.
De werking van de verdeler
Om het in gebruik nemen en opsporen van storingen te vergemakkelijken zetten we nog even de werking van de verdeler op een rij:
- In de aanvoer van de verdeler vanuit de CV of stadsverwarming (meestal rechts) zit de thermsotaatkraan waarmee de temperatuur van het water wat in de vloerverwarming circuleeert wordt geregeld.
Bij een stenen vloeren kan deze worden ingesteld op maximaal 35-45 °C (mogelijk zelfs lager). Bij houten vloeren (ook laminaat) mag deze temperatuur niet hoger zijn dan 30 °C. Deze aanvoerbuis wordt ook het eerste warm: als de linker buis het eerste warm wordt, kan dat duiden op het verkeerd om aangesloten zijn van aan- en afvoer.
- De linker buis is de afvoer naar CV of stadsverwarming (bij stadsverwarming zit daar nog een zogenaamd RTL ventiel op)
- De circulatiepomp zit dus aan het aanvoerzijde van de verdeler zuigt dus aan de aanvoer vanuit de CV of stadsverwarming en mengt het water wat al door de vloer is gecirculeerd(iis al enigszins afgekoeld, want heeft de warmte aan de omgeving afgestaan) met warmer water.
De circulatiepomp stuurt dat gemengde water naar de onderste balk van de verdeler naar de buizen die de vloer in gaan.
- De vloerverwarming is beveiligd door een maximaalthermostaat (het oranje kastje). Zodra het water inhet vloerverwarmingscircuit te warm dreigt te worden (temperatuur in te stellen op de maximaalthermostaat) stopt de hele vloerverwarming en wordt de toevoer van te heet water gestopt.
De waarde op de maximaalthermostaat dient dus altijd hoger te zijn dan de ingestelde waarde op de thermostaatkraan (in de aanvoerleiding)
Inregelen vloerverwarming
-
Zorg dat alle groepsafsluiters en het voetventiel linksboven open staan.
-
Draai alle eventueel aanwezige radiatoren in uw woonkamer dicht. (Deze kunnen namelijk Uw kamerthermostaat voor de gek houden.) We gaan dus alleen even stoken op de vloerverwarming om hem in te regelen.
- Zet de kamerthermostaat goed hoog (30+ °C), zodat U er zeker van bent dat U ketel voorlopig brandt.
- Draai nu de thermosstatische regelknop (rechtsboven op de verdeler) een flink stuk open. Zorg wel dat de temperatuur niet boven de 50 °C komt ( lees dit af op de thermometer ). Het kan even duren, er zit namelijk veel koud water in uw vloer.
-
Na enige tijd is het CV water goed op temperatuur. Dit kunt U voelen aan de leiding van de aanvoer (de leidingen die op de onderste balk zijn aangesloten) naar de verdeler toe.
- Regel met de thermosstatische regelknop net zo lang, zodat de water temperatuur in de verdeler uiteindelijk ca 40 graden is.
Omdat de verdeler hydraulisch neutraal is, ziet de ketel niets anders als een soort radiator. De verdeler oefent geen invloed uit op het CV systeem.
- Na verloop van tijd, (dat kan best wel meer dan een half à uur uur duren), voelt U dat de retour van de groep (leidingen aangesloten op de bovenste balk) ook warm is geworden.
- Uw systeem is dan ingeregeld.
- Wilt u de verdeler van water in de groepen ook nog regelen, dan kunt u dat doen met de groepafsluiters (meestal met een inbussleutel)
|